Bij shanty’s onderscheiden we de volgende categorieën:

Capstan shanty’s
Capstan (of windlass) staat voor Kaapstander, een zware spil, waar horizontale assen (capstan bars) doorheen gestoken konden worden. Deze dienden dan als hefboom, bijvoorbeeld om het anker te halen, de lading te takelen, of zware zeilen te hijsen. Als in een tredmolen duwden de matrozen de capstan bars in het rond. Dit vergde een langdurige en continue inspanning. Capstan shanty’s hebben een gelijkmatig ritme en vertellen meestal een lang verhaal, omdat het soms wel uren kon duren voor het anker gelicht was. Al lopend stampten de matrozen met hun voeten de maat op het dek. Daarom worden deze shanty’s ook wel ‘Stamp and go shanty’s’ genoemd.

Halyard shanty’s 
Halyard (of Long Drag) shanty’s dienden om het hijsen van de zeilen te ondersteunen. Zo’n zeil plus rondhout woog soms wel duizend kilo. Vóór de zeilen gehesen konden worden, moest een van de mannen in het want klimmen om het canvas los te maken. Aan dek hield de rest van de bemanning de lijn (de halyard) vast. Als het canvas los was begon het werk aan dek onder het zingen van halyard shanty’s. Gedurende de coupletten mocht de bemanning ontspannen, maar tijdens de refreinen moest er flink kracht worden gezet. Afhankelijk van de grootte van het zeil, moest er per refrein één tot drie keer een ruk aan de halyard worden geven.

Pump shanty’s 
Verandering van temperatuur maakte dat het hout van de scheepsromp kon uitzetten en krimpen. Daardoor waren de houten schepen van weleer niet helemaal waterdicht en stond er regelmatig water onderin het schip. Met pompen moest dat er weer worden uitgewerkt. Die pompen hadden destijds nog geen motor, maar moesten met de hand worden bediend. Er waren verschillende soorten pompen in gebruik. Zo waren er pompen met een wiel waar touwen aan zaten, zodat er meer mannen tegelijk konden helpen bij het pompen. Er waren echter ook pompen die via een op-en-neergaande beweging werden bediend (als bij een wip). Elk soort pomp vereiste een eigen timing. Daardoor is er bij pump shanty’s ook een grote variatie in ritme en tempo ontstaan.

Whaling shanty’s 
Deze liederen werden gezongen tijdens het werk aan boord van walvisvaarders. En was het leven aan boord in die jaren nooit een pretje; het leven op een walvisvaarder was pas écht ellendig. De reizen duurden vaak twee jaar of langer en de geur van walvisolie, die altijd om de mannen heen hing, was niet echt een welriekend parfum. Bovendien was de jacht op walvissen niet zonder gevaar, temeer daar de harpoeniers zich met een aantal roeiers in sloepen begaven. Als de walvis zich verzette (en dat deed hij uiteraard altijd), kon een sloep zo maar een slag met de staart krijgen en averij oplopen. Ook persoonlijk letsel (of erger) kwam daarbij regelmatig voor.

Forebitters (eigenlijk geen shanty’s (want geen werkliederen), maar wel traditionals)
’s Avonds, als het werk erop zat, zochten de mannen ontspanning in muziek en zang. Op die momenten kwamen de forebitters aan bod. Vaak waren dit sentimentele liedjes over romances en het verlangen naar huis. Ook werd er wel gezongen over bijzondere personen, zeeslagen of andere avonturen. Daarnaast zong men ook liedjes over alledaagse dingen, dikwijls met geestige teksten, die best pittig en dubbelzinnig waren. Verder zaten er onder de forebitters ook prachtige ballades, waarvan wij er een paar in ons repertoire hebben. Forebitters waren dus in principe geen werkliederen en vielen daarom niet echt onder de shanty’s. Maar als ze in een ander tempo werden gezongen, konden sommige nummers ook dienstdoen bij de ondersteuning van het werk. Daarvan zijn voorbeelden te vinden in onze repertoirelijst.

Overigens werden forebitters ook gezongen bij feestelijke gelegenheden, bijvoorbeeld als het schip de evenaar was gepasseerd of gevaarlijke klippen (letterlijk) had omzeild.